Beschrijving
De term spaarlamp wordt gebruikt voor alle lampen met een energielabel A en B; dus naast de ‘traditionele’ spaarlamp (PLe of compacte fluorescentielamp CFL) ook voor een led-lamp.
Een led-lamp heeft meestal de voorkeur:
- Het energieverbruik van een led-lamp is lager.
- De levensduur is langer. De levensduur van een led-lamp is 20.000 tot 40.000 branduren, 5.000 tot 8.000 voor een PLe-spaarlamp.
- PLe-lampen werken beneden de 4°C niet meer, en zijn dus niet geschikt voor buitenverlichting. Led-lampen functioneren juist goed bij lage temperaturen.
- PLe-lampen kunnen niet goed tegen veel aan- en uitschakelen. Gebruik dus zeker op plekken als een toilet of magazijn led-lampen.
Zie ook tip Vervang PL en PLe-lamp door led-lamp. In sommige situaties loont het zelfs de armatuur te vernieuwen van een punt- naar een lijnbron (HF-TL of led, kies bij voorkeur voor led).
Hieronder enkele voorbeelden van hoe lampen vervangen kunnen worden:
| Lichtstroom (lumen) | Gloeilamp (Watt) | Halogeen spaarlamp (Watt) | PLe-lamp (Watt) | Led-lamp (Watt) |
| 200 | 25 | – | 5 | 2 |
| 400 | 40 | 28 | 8 | 6 |
| 700 | 60 | – | 12 | 9-12 |
| 900 | 75 | – | 53 | 16 |
Toepasbaarheid
- Vaak is een led-lamp te vinden die in de bestaande fitting (E14 (klein) of E27 (groot)) en het bestaande armatuur kan worden toegepast; soms is aanpassing van het armatuur noodzakelijk.
- Led-lampen zijn verkrijgbaar met dezelfde kleur licht als gloeilampen ((extra) warm wit licht (kleurtemperatuur 2700 Kelvin)).
- Led-lampen die in het armatuur van een gloeilamp worden toegepast kunnen niet altijd worden gedimd. En er zijn dimbare led-lampen verkrijgbaar. Gloeilamp-dimmers zijn echter vaak niet geschikt voor led-lampen. Het vinden van de juiste led-dimmer is soms lastig.
- Als je de kleur van led nog onvoldoende vindt, kan je ook halogeengloeilampen gebruiken. Deze hebben exact dezelfde kleureigenschappen als gloeilampen en zijn dimbaar. De lampen gaan 2x langer mee en besparen 30 tot 50% vergeleken met gloeilampen. De lampen hebben energielabel D en zijn dus géén spaarlampen. Vanaf 1 september 2018 mogen halogeenlampen niet meer in de handel worden gebracht. Zie ook tip Vervang halogeenlamp.
Milieu aspecten
Elektriciteitsbesparing van 60 tot 75% bij dezelfde lichtopbrengst.
Financiële aspecten
Afhankelijk van de lichtsterkte variëren de kosten. PLe-spaarlampen kosten € 4 tot € 10, led-lampen € 5 tot € 50.
Vervanging van gloeilampen door spaarlampen is vrijwel altijd rendabel op een zelfstandig moment, dus ook als de lampen nog niet aan vervanging toe zijn. Vanaf 200 branduren per jaar (1/2 uur per dag) is de terugverdientijd van een spaarlamp vijf jaar of korter. Vaak is de terugverdientijd 0 tot 1 jaar.
De maatregel verdient zich vaak binnen 5 jaar terug. Vraag een offerte aan bij uw huisinstallateur.
Aanvullende informatie
Bekijk ook tips:
Erkende maatregel voor energiebesparing
Het Activiteitenbesluit schrijft voor dat bedrijven en organisaties die aan bepaalde voorwaarden voldoen verplicht zijn rendabele energiebesparende maatregelen te nemen. Deze maatregel is voor een of meerdere branches rendabel ofwel erkend. Een maatregel is erkend op een zelfstandig moment (zo snel mogelijk) of op een natuurlijk moment (bij vervanging/renovatie) en soms afhankelijk van de situatie. Lees meer in de maatregel Voldoe aan (erkende) maatregelen uit Activiteitenbesluit. Op de website van Infomil staat per branche een overzicht van de erkende maatregelen met daarbij de technische en economische randvoorwaarden.
Energiezuinige technieken moeten goed beheerd worden om te besparen wat mogelijk is. Daarom heeft de overheid voor alle erkende energiemaatregelen aangegeven welk doelmatig beheer en onderhoud (DBO) nodig is. Beoordeel jaarlijks of de techniek nog goed functioneert. Lees meer in de tip Jaarlijks doelmatig beheer en onderhoud van (erkende) energiemaatregelen.
Voor verlichting zijn de DBO-maatregelen:
- Periodiek schoonmaken van armaturen, lampen, reflectoren en bijhorende schakelingen en regelingen. Bij een vervuilde lichtsensor kan de verlichting onnodig branden.
- Tijdig defecte lampen vervangen.
- Aanpassen van het verlichtingsniveau aan de activiteit. Zie tip Dim verlichting wanneer minder licht nodig is.
Bron: Stichting Stimular, Infomil: kennisbank Energiebesparing en Winst