Wat kan jouw bedrijf doen om duurzaamheidswinst te boeken? Met het filter kun je gericht zoeken wat in jouw branche of een specifiek proces mogelijk is. Als je een branche kiest, krijg je extra filteropties.
Dit is de meest actuele en uitgebreide verzameling maatregelen voor duurzaam ondernemen! De maatregelen zijn mede gebaseerd op kennis en ervaring die Stichting Stimular tijdens projecten opdoet. Lees verder over deze maatregelen of ga direct met het filter hieronder aan de slag.
Verplichte Maatregelen: maatregelen op het gebied van energiebesparing (erkende energiemaatregelen), afvalscheiding en vervoersmanagement die in het kader van het Activiteitenbesluit verplicht zijn voor jouw branche.
Short- / longlist: Op de shortlist staan de meest gangbare en rendabele maatregelen voor jouw branche. Op de longlist staan alle maatregelen die vaak toepasbaar zijn in jouw branche.
Zelfstandig / natuurlijk moment: Een maatregel voor een zelfstandig moment kan je meestal direct uitvoeren. Je hoeft niet te wachten op een vervangingsmoment. Een maatregel voor een natuurlijk moment kan je meestal het best uitvoeren als apparatuur, installaties of (bouwkundige) voorzieningen aan vervanging toe zijn.
Over het algemeen zal je alleen maatregelen uitvoeren die zich terugverdienen. Van een maatregel voor een zelfstandig moment moeten de hele investeringskosten zich terugverdienen; van een maatregel voor een natuurlijk moment alleen de meerkosten van de energiezuinige optie.
Omdat het moment afhankelijk is van de terugverdientijd kan een maatregel in de ene branche geadviseerd worden voor een zelfstandig moment en in de andere branche voor een natuurlijk moment. En, als je een strengere eis stelt aan de terugverdientijd (bijv. max. 5 jaar zoals de overheid in de verplichte maatregelen), schuiven maatregelen voor een zelfstandig moment door naar een natuurlijk moment. Bijvoorbeeld led-verlichting verdient zich bijna altijd terug, maar omdat de terugverdientijd van de investering langer is dan 5 jaar, verplicht de overheid het alleen op een natuurlijk moment, als je de bestaande verlichting vervangt.
Klik op het i-tje om deze tekst weer te verbergen.
Je hebt gefilterd op:
Maatregelen op gebied van energiebesparing (erkende energiemaatregelen), afvalscheiding en vervoersmanagement die in het kader van het Activiteitenbesluit verplicht zijn voor jouw branche.
Op de shortlist staan de meest gangbare en rendabele maatregelen voor jouw branche. Op de longlist staan alle maatregelen die vaak toepasbaar zijn in jouw branche.
Een maatregel voor een zelfstandig moment kan je meestal direct uitvoeren. Je hoeft niet te wachten op een vervangingsmoment. Een maatregel voor een natuurlijk moment kan je meestal het best uitvoeren als apparatuur, installaties of (bouwkundige) voorzieningen aan vervanging toe zijn.
Over het algemeen zal je alleen maatregelen uitvoeren die zich terugverdienen. Van een maatregel voor een zelfstandig moment moeten de hele investeringskosten zich terugverdienen; van een maatregel voor een natuurlijk moment alleen de meerkosten van de energiezuinige optie.
Omdat het moment afhankelijk is van de terugverdientijd kan een maatregel in de ene branche geadviseerd worden voor een zelfstandig moment en in de andere branche voor een natuurlijk moment. En, als je een strengere eis stelt aan de terugverdientijd (bijv. max. 5 jaar zoals de overheid in de verplichte maatregelen), schuiven maatregelen voor een zelfstandig moment door naar een natuurlijk moment. Bijvoorbeeld led-verlichting verdient zich bijna altijd terug, maar omdat de terugverdientijd van de investering langer is dan 5 jaar, verplicht de overheid het alleen op een natuurlijk moment, als je de bestaande verlichting vervangt.
Het koelen van producten kost veel elektriciteit. De koudemiddelen dragen negatief bij aan het broeikaseffect. Je kunt de milieubelasting van jouw koel- en vriessystemen beperken door te kiezen voor een energiezuinig model met minder milieubelastende koudemiddelen.
Maak gebruik van biologisch afbreekbare lijmen en lijmen zonder organische oplosmiddelen. Zo verminderten de VOS-emissies. Gebruik bijvoorbeeld: droge lijm, beenderlijm of smeltlijmen.
Reinig en ontvet minder milieubelastend, hierdoor hoeft minder ontvetter te worden ingekocht en daarnaast vermindert de hoeveelheid gevaarlijk afval en oplosmiddelemissies naar de lucht. Denk aan de volgende maatregelen: reinig alleen als het echt nodig is, kies bij voorkeur voor warm water, voorkom morsen en lekken, gebruik ontvetter zuinig, voorkom verdamping van oplosmiddelen, registreer gebruik van ontvetter.
Na het gebruik van kit op waterbasis kan het pistool met een zeepoplossing worden schoongemaakt, in plaats van met thinner. Dit werkt even goed, is beter voor het milieu, goedkoper en bespaart op afvalkosten. Andere kitsoorten kunnen mechanisch worden verwijderd als het eenmaal is uitgehard, bijvoorbeeld met een mes. Het gebruik van oplosmiddelen heeft alleen zin bij het verwijderen van zachte kit die niet op waterbasis is.
Gebruik de rotocleaner milieuvriendelijker door: onderdelen vooraf te reinigen met een poetsdoek, een milieuvriendelijk reinigingsmiddel aan te schaffen, de reinigingsonderdelen te clusteren en daarbij de rotocleaner efficiënt te vullen. Deze maatregelen leveren een besparing op de inkoop- en afvalverwerkingskosten van de reinigingsvloeistof.
Gemiddeld lekt 2 tot 5 % van het synthetisch koudemiddel weg per jaar. Dit is zeer belastend voor het milieu. Je vermindert de milieubelasting door periodiek op lekkages te laten controleren. Bij vervanging kies je voor een installatie met een laag lekpercentage, die niet gebaseerd is op compressiekoeling, die werkt op natuurlijke koudemiddelen zoals ammoniak (NH3), propaan (of isobutaan) en CO2. Deze zijn minder milieubelastend dan synthetische koudemiddelen.
In sommige gevallen blijkt dat door lekkage, verdamping, verkeerd of onnodig gebruik te veel oplosmiddel wordt gebruikt. Inzicht in het verbruik van oplosmiddelen kan leiden tot besparingen in het verbruik en de daarmee verbonden kosten. Bepaal voor het opzetten van een sluitende registratie de in- en uitgaande oplosmiddelenstromen.
Bijna altijd kan bespaard worden op het aanmaken van (de juiste kleur en hoeveelheid) lak. Dit kan door: gebruik van kleine mengbekers, gebruik van weinig verdunner, geconcentreerd werken, gebruik van digitale mengtabellen, maak alleen de benodigde hoeveelheid aan. Deze maatregelen leiden tot minder afval, grondstofverbruik en oplosmiddelemissies.
Afval bestaat vaak voor een deel uit magazijnrestanten en niet meer bruikbare verf. Bespaar door een goed voorraadbeheer en een goede planning op de kosten van grondstoffen (minder verliezen) en verwerking van gevaarlijk afval. Denk aan vorstvrij houden, kleine voorraad, first-in first-out, grote en kleine verpakkingen, registratie verfverbruik, etc.
Efficiënter verven en spuiten leidt tot minder (gevaarlijk) afval, grondstofverbruik en oplosmiddelemissies. Voorbeelden van maatregelen zijn: goede opleiding van spuiters, gebruik HVLP-spuitpistool met bovenbeker, spuit loodrecht en zorg voor: constante persluchdruk, voldoende spuitafstand en voldoende licht. Hanteer onderhoudsprogramma, sluit blikken af, berg spuitmasker op, hergebruik overgebleven lak zonder harder.
Het gebruik van overnight-inkten en -sprays voorkomt indrogen en dus inktverlies. De overnight-inkten drogen niet uit door toevoeging van anti-oxidanten (geen velvorming). De sprays worden gebruikt om half lege inktblikken en drukrollen (en eventueel ook de inktbak) in te spuiten, waardoor uitdroging tegengegaan wordt.
Sluit verfblikken altijd af met een goed passend deksel. Deze maatregel zorgt voor: minder oplosmiddelemissies, minder grondstofgebruik en minder gevaarlijk afval door ingedroogde lakresten
Door de lage druk, 5 tot 10 maal lager dan bij conventioneel spuiten, ontstaat minder verneveling en minder terugslag van verf. Het aanbrengrendement (55 tot 80%) is hoger dan bij conventioneel pneumatisch spuiten (30 tot 60%). Kies voor een bovenbekerpistool. Een bovenbekerpistool kan in tegenstelling tot een onderbekerpistool helemaal leeggespoten worden.
Bij het spuiten komt 40 tot 85% van de lak of verf op het werkstuk. De resterende hoeveelheid verf of lak (overspray: 15 tot 60%) komt naast het werkstuk terecht en wordt in veel gevallen als gevaarlijk afval afgevoerd. De overspray kan in bepaalde gevallen teruggewonnen worden door bijvoorbeeld: een terugwinscherm, koellakwand of lakgordijn. Deze maatregel leidt tot minder grondstofgebruik en minder (gevaarlijk) lakafval.
Kies voor UV-stralingshardende lak omdat er bij deze lak is er nauwelijks of geen afval is en omdat de lak oplosmiddelvrij of -arm (max 5%) is. UV-lakken kunnen op meerdere manieren (borstelen, gieten, walsen, spuiten, vacuüm coating) worden aangebracht. Daarna worden de gelakte voorwerpen op een transportband door een belichtingseenheid geleid, waarin ze aan UV-straling worden blootgesteld en de lak in enkele seconden uithardt.
© 2020 Stichting Stimular
Abonneer je op onze doe-het-zelf-nieuwsbrief met inspirerende voorbeelden, hulpmiddelen en maatregelen om met je bedrijf of organisatie te werken aan duurzaam ondernemen. Max. 10 keer/jaar.