Beschrijving
Gebruik de koelinstallatie van de drukpers voor vrije koeling van het gebouw.
Deze maatregel is toepasbaar als twee koelinstallaties aanwezig zijn. Eén koelinstallatie is voor klimatisering van het gebouw. De andere koelinstallatie is voor koeling van de drukpers. De koeler van de drukpers kan een natte koeltoren of een droge koeler zijn. Deze natte koeltoren / droge koeler is als condensor in te zetten voor koeling van het opgewarmde koelwater dat retour komt bij klimatisering van het gebouw.
In het Nederlandse klimaat kan gebruik gemaakt worden van koude in de buitenlucht. We spreken van ‘vrije koeling’ als van de natuurlijke koude wordt gebruik in plaats van mechanische koeling (bijvoorbeeld met een compressiekoelmachine).
Een groot deel van het jaar heeft de natte koeltoren / droge koeler van de drukpers een overcapaciteit. Deze overcapaciteit is aan te wenden om de koelinstallatie van het gebouw te voorzien van vrije koeling.
In de retourleiding van het koelwater van de gebouwkoelinstallatie wordt een warmtewisselaar geplaatst. Deze wordt met een aanvoer- en retourleiding aangesloten op de warmtewisselaar van de natte koeltoren / droge koeler. De natte koeltoren / droge koeler zorgt ervoor dat zo veel mogelijk warmte afgestaan wordt aan de buitenlucht. De koelinstallatie van het gebouw koelt het retourwater verder naar de gewenste temperatuur. Tot wel 80% vrije koeling is mogelijk bij een aanvoertemperatuur van 18°C van het koelwater voor klimatisering van het gebouw.
Een droge koeler staat buiten opgesteld. De droge koeler heeft een ventilator die buitenlucht langs een warmtewisselaar blaast. De warmtewisselaar bestaat meestal uit zwarte of koperen buizen met ribben of koelvinnen.
Een natte koeltoren staat buiten opgesteld. De natte koeltoren heeft aan de bovenkant een ronde uitlaat met daarin een ventilator. Vaak komt uit die uitlaat een vochtwolk. In de natte koeltoren wordt het water rechtstreeks in contact met de buitenlucht gebracht door het water te sproeien. De ventilator zuigt daarbij (koude) buitenlucht langs het vallende water waardoor een deel van het water verdampt en de rest van het water afkoelt. Het afgekoelde water wordt aan de onderkant van de koeltoren opgevangen. Vanuit de opvangbak gaat het afgekoelde koelwater terug naar de koelinstallatie en het gebouw.
Toepasbaarheid
Deze maatregel is toepasbaar wanneer er twee koelinstallaties zijn. Eén koelinstallatie is voor klimatisering van het gebouw. De andere koelinstallatie is voor koeling van de drukpers. De insteltemperatuur van het koude water benodigd voor klimatisering van het gebouw is minimaal 18°C.
Milieuaspecten
Het doel van de maatregel is om de ruimte te koelen met zo min mogelijk energie; het maximaal benutten van natuurlijk aanwezige koude helpt hierbij. De koelmachine voor klimatisering van het gebouw hoeft hierdoor minder te koelen. Er is hierbij wel extra elektriciteit nodig voor het rondpompen van het koelwater naar de natte koeltoren / droge koeler. Per saldo is sprake van energiebesparing.
Financiële aspecten
Niet bekend. Vraag een offerte aan bij uw huisinstallateur.
Aanvullende informatie
Bron: Erkende Maatregelenlijst 2019