Beschrijving
Isoleer (begane grond) vloeren om ongewenste warmte- of koudestroming te voorkomen.
Wettelijk minimum bij nieuw- en verbouw is een warmteweerstand (Rc) van 3,5 m2K/W. Hiervoor is 10 tot 15 cm dik isolatiemateriaal nodig.
Zie ook tip Dek bodem van kruipruimte af tegen vocht en stank.
Toepasbaarheid
Door het boren van een gaatje in de vloer kan worden bepaald of er al isolatie onder de dekvloer aanwezig is. Vloerisolatie is een rendabele mogelijkheid bij nieuwbouw of renovatie.
Isoleren van een vloer zonder kruipruimte vindt meestal plaats bij het vervangen van de bestaande vloer. Als de bestaande vloer is verwijderd, wordt op de bodem (op de grond of het zand) drukvast isolatiemateriaal aangebracht. Op het isolatiemateriaal wordt vervolgens de vloer gestort. Het Bouwbesluit kan bij vervanging van de vloer, afhankelijk van de mate van verbouwen, eisen aan de isolatiewaarde stellen.
Milieuaspecten
Besparing op brandstoffen voor verwarming. Er zijn besparingen mogelijk van 4 m3 aardgas (€ 2) per m2 vloeroppervlak per jaar.
Er zijn vele soorten isolatie. Milieucentraal raadt voor vloerisolatie PUR met HFK’s als blaasmiddel en schapenwol af. Lees verder bij Milieucentraal. Stimular raadt alle gespoten PUR af: als het niet correct wordt aangebracht, komen er langere tijd ongezonde stoffen vrij.
Financiële aspecten
Kosten bedragen € 6 tot € 20 per m2 afhankelijk of de isolatie zelf wordt gelegd of niet. Mogelijke besparingen van 4 m3 aardgas per m2 vloeroppervlak. De terugverdientijd is 4 tot 8 jaar.
(Vloer)isolatie in bestaande constructies staat op de Energielijst (2023, code 210403) en komt daarom, onder voorwaarden, in aanmerking voor Energie Investerings Aftrek (EIA). Dit betekent dat je een extra bedrag ter grootte van 45,5% (2023) van het investeringsbedrag ten laste mag brengen van de winst. Zie voor meer informatie www.rvo.nl/eia.
Bronnen: Stichting Stimular, Erkende Maatregelenlijst 2019, Energiecentrum